‘Ik stond daar op mijn paasbest. Lakschoentjes aan, witte satijnen kousen tot aan mijn knie. Jurkje en daarover heen dat prachtige blauwe jasje met gouden glimmende knopen’. Aan tafel zit Muriel. Haar coachvraag is: Wat houdt mij tegen om de politiek in te gaan? Afgelopen nacht had ze deze droom gehad, ze was een jaar of 6.
‘Waar staat deze droom voor denk je?’ vraag ik. ‘Het jasje is prachtig, van buiten. Mooie kwaliteit, goed afgewerkt en echt prachtige blinkende knopen. In het jasje zit weliswaar een glimlachend meisje maar van binnen oh zo onzeker. Het voelt zo anders dan dat ik eruitzie.’
Uitblinker
Muriel is hoofd van een groot verpleeghuis. In korte tijd had ze carrière gemaakt van verpleegkundige tot deze positie. Ze blonk uit in hoge kwaliteit van dienstverlening, teambuilder pur sang, het nakomen van afspraken ondanks de hectiek. Ze sprak op symposia bevlogen over haar vak. De stappen in haar carrière waren niet gepland, ze werd steeds gevraagd. Alsof het uit het niets kwam, begon langzaam een vorm van faalangst binnen te sluipen. ‘Ik doe dit nou wel, maar kan ik het eigenlijk wel? En dan overweeg ik ook nog om de politiek in te gaan. Hoe dan?’
Het imposter syndroom
Dit heet ook wel het imposter syndroom (lees hier een interessant artikel), oftewel het bedriegerssyndroom. De angst om door de mand te vallen. Dat anderen erachter zullen komen dat je niet competent genoeg bent. Hierover gaan twijfelen en gaan piekeren.
Mensen die last hebben van het imposter syndroom:
- Vragen zich af of ze wel competent genoeg zijn. Ze gaan twijfelen en hierover piekeren;
- Hebben voortdurend kritisch commentaar op wat ze denken, doen of hadden moeten doen;
- Als ze iets hebben bereikt denken dat dat geluk is geweest;
- Bij complimenten deze niet zelf in ontvangst nemen maar doorschuiven naar de ander;
- Schrijven successen toe aan externe factoren;
- Bij een mindere prestatie zijn het echter geen externe factoren maar nemen ze daar de volledige verantwoordelijkheid voor.
Om niet door de mand te vallen gaan ze:
- Nog harder werken;
- Wat ze doen nog perfecter maken;
- Geen fouten meer durven maken of de kans daarop ontlopen;
- Voornamelijk presteren voor de buitenwereld, voor de ander en verwijderen van zichzelf;
- Geen uitdagingen meer aan en kunnen daardoor niet meer ervaren welke kwaliteiten ze in huis hebben en wat ze daarmee kunnen bereiken;
- Steeds onzichtbaarder worden.
Met als gevolg dat hun geluks- en tevredenheidsgevoel als sneeuw voor de zon verdwijnt. Ze worden een schim van zichzelf of van wie ze zouden kunnen zijn.
Ik heb altijd geluk gehad
Toen ik de kenmerken van dit ‘bedriegerssyndroom’ voorhield aan Muriel was haar eerste reactie: ‘Ja ik heb altijd geluk gehad. Niemand heeft ooit door gehad dat ik maar dat kleine onzekere meisje in die prachtige blauwe jas ben.’ En ook herkende Muriel dat ze steeds harder ging werken, dat haar baan haar steeds zwaarder ging vallen en dat haar geluksgevoel en de mate waarin ze voldoening uit haar werk kon halen steeds minder werd. En ook kreeg ze meer zicht op haar coachvraag: wat houdt me tegen om politiek actief te worden. Dat werd nu wel helderder.
Voor mij zat een ambitieuze vrouw met veel talenten en doorzettingsvermogen. Het imposter syndroom leek een soort monster wat steeds meer bezit van haar ging nemen.
Het imposter-monster uitdagen
In haar coach traject zijn we het imposter-monster van Muriel gaan uitdagen. Grofweg zijn we aan de slag gegaan met de volgende oefeningen:
- Kwaliteiten & Complimenten: Uit al haar beoordelingsverslagen van de afgelopen 10 jaar heeft ze alle kwaliteiten en complimenten gedistilleerd
- Feedback op kwaliteiten: Aan vijf bekenden – 3 collega’s en twee mensen privé – heeft Muriel de volgende vragen gemaild om over na te denken. Wat zie je als mijn kwaliteiten en waarom? Waar vind je mij goed in? Waar zie je mij over 5 jaar staan? Om vervolgens live het gesprek aan te gaan om in persoon de feedback te ontvangen waarbij ze van mij de opdracht kreeg: je mag alleen ontvangen en doorvragen als je iets niet begrijpt. En dus niet de feedback ter discussie stellen of afzwakken.
- Successen: Muriel is een lijst gaan aanleggen van alle successen die ze de afgelopen jaren had behaald. Wat ze door eigen toedoen voor mekaar had gekregen en welke kwaliteiten ze hiervoor had ingezet.
- Sociale leven: Muriel heeft weer meer prioriteit gegeven aan haar sociale leven. Daar waar afspraken met vriendinnen vaak moesten wijken voor het werk, is ze minimaal éénmaal per week gaan afspreken.’
- Sporten: Ze is ook weer gaan sporten. In de sportschool en heeft daar begeleiding bij gevraagd. Goed voor het lijf maar vooral ook goed voor de aanmaak van dopamine en serotonine; de zogenaamde gelukshormonen
- Overtuigingen: De hardnekkige negatieve gedachten die ze had over haar zelf is ze gaan onderzoeken en heeft ze vervangen door gedachten die haar juist stimuleren een stap te zetten;
- Hobby: In het weekend heeft ze weer bewust de tijd genomen om een boek te lezen.
- Drijfveren: We zijn goed gaan kijken naar de drijfveren van Muriel. Wat wilde ze bijdragen? Wat vond ze nou echt belangrijk? En waarom?
Weer de uitdaging aangaan
Muriel is een dag minder gaan werken om actief te kunnen zijn in de politiek. Haar leven is veel meer in balans. Ze is fitter, door te sporten en omdat ze beter slaapt nu ze minder piekert. En in het ziekenhuis? Tijdens de Covid periode heeft ze allemaal belangrijke projecten erbij gedaan. Ze durfde de uitdagingen weer aan en kijkt terug op een uitermate leerzame en waardevolle tijd. Ze heeft weer volop energie.
Af en toe belt ze me nog. Als dat imposter-monster zich weer dreigt op te dringen. Ze herkent hem meteen. Als ze weer harder dreigt te gaan werken of zaken nog perfecter wil gaan doen.
En ik? Ik glunder als ik weer eens een post van Muriel op LinkedIn voorbij zie komen of een artikel over haar lees.
Wil je meer lezen over het imposter syndroom, dan is dit boek ook interessant om te lezen.
Wil je werken aan je persoonlijk leiderschap, volg dan bijvoorbeeld het online programma of bestel het werkboek ‘Mijn persoonlijk leiderschap – GROEI|SNOEI|BLOEI©’.